Eerder in de spotlight
Zoek in ons archief op
naam, trefwoord of datum:
Faranu: “Als ik veel in mijn gedachten zit, zie je dat terug op papier”
Ontmoet Faranu, een kunstenares die haar houtskooltekeningen laat ontstaan vanuit de stille ruimte van het onderbewuste. Haar meest recente werk kenmerkt zich door repetitieve vormen, soms op groot formaat, met hier en daar een figuratief element. Faranu bracht haar kunst vlak na haar afstuderen eigenhandig naar onder andere New York en Japan. In dit interview bespreken we haar werkwijze en hoe recente gebeurtenissen in haar leven bepalend zijn voor haar artistieke pad.
Door Anna Swagerman
Wat mij opvalt, is dat je een paar maanden voor je afstuderen aan de kunstacademie plotseling besloot om van medium te veranderen: van videokunst naar houtskooltekeningen.
"Klopt, voor mijn gevoel had ik niets te verliezen. Ik besefte dat ik te vaak deed wat anderen van mij verwachtten. Ineens voelde ik de drang om meer de regie over mijn eigen leven te nemen. Ik betaal voor mijn studie, dus ik mag kiezen wat ik wil. Dat klinkt misschien stoer, maar meer verantwoordelijkheid nemen brengt natuurlijk ook consequenties met zich mee."
Wat heeft je geholpen om die stap te nemen?
"Aanmoediging vanuit mijn omgeving en gewoon dóén. Het draait om durven stappen te zetten, anders blijf je vastzitten. Bij videokunst liep ik echt tegen een muur aan. Ik wist dat als ik daarmee door zou gaan, ik het niet zou redden. Tijdens die overgangsfase ben ik door allerlei verschillende fases gegaan. Er waren ook mensen die ongevraagd hun mening gaven, zonder zich echt in mij te verplaatsen. Als iemand een nieuwe stap overweegt, kun je volgens mij het beste vragen stellen om te begrijpen wat die persoon drijft."
Waar komt je voorliefde voor houtskool vandaan?
"Ik werkte al met houtskool voordat ik naar de academie ging. Houtskool is praktisch en goedkoop. In vergelijking met andere media is het zo eenvoudig; je pakt het vast en je kunt direct beginnen. Er is geen voorbereiding nodig, zoals bij video, fotografie of grafisch ontwerp. Ik heb dat allemaal geprobeerd, maar vind het veel te omslachtig."
Je hebt jezelf destijds wekenlang opgesloten in je atelier om je te verdiepen in tekentechnieken. Is er een inspiratiebron die je het meest is bijgebleven?
"Ja, ik ontdekte Egon Schiele. Zijn lijnvoering fascineerde me enorm. Dat was het moment waarop er echt iets in mij begon te borrelen. Ik voelde dat er iets uit mijn handen zou komen. Daarnaast haal ik veel inspiratie uit het dagelijks leven door om me heen te kijken, of door kunstboeken door te bladeren. Als ik een vorm of patroon zie dat me aanspreekt, fotografeer ik het met mijn telefoon. Vaak is het een bepaalde verstilling of een detail dat me raakt. Die uitsneden print ik vervolgens in zwart-wit en leg ik op een stapel in mijn werkruimte. De beelden bieden mij houvast. Maar zodra ik aan het werk ga, laat ik alles weer los, want dan draag ik de inspiratie al in me."
In 2008 zette je je eerste stap in de kunstwereld met een solo-expositie in New York. Kun je ons meenemen naar die ervaring?
“Ik was net afgestudeerd van de academie en werkte nog heel figuratief. Mijn inspiratie kwam voornamelijk van de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo. Ik vind het bijzonder wat ze met haar schilderijen naar buiten brengt. De dood is een belangrijk thema in Frida's werk, wat ook tot uiting komt in de dodenmaskers die ze gebruikte. In Mexico wordt de dood gevierd tijdens ‘Día de los Muertos’; het is een natuurlijk onderdeel van het leven. Frida’s werk en persoon zijn tegenwoordig enorm gehypet, maar de mystieke kant van haar kunst blijft mij boeien. Ik voel me altijd aangetrokken tot kunstenaars die deze kant van het leven zichtbaar maken, en ik heb ontdekt dat ik dat zelf ook kan.”
Eén van de tekeningen die je tijdens deze expositie tentoonstelde, ‘Boney Bear’, gaat ook over de dood. Was je in die tijd veel met dat thema bezig?
“Nou, de dood is natuurlijk ook gewoon het leven. De tragedie van het bestaan, zeg maar. Ik bewonder Frida omdat ze haar leven schilderde, en dat was best tragisch. Mijn werk ‘Boney Bear’ is ook niet per se een mooi beeld om boven de bank te hangen; het is een heftig werk. Het bijzondere is dat deze tekening werd aangekocht door een vrouw die net haar zoon had verloren door een verkeersongeluk; hij was op slag dood. In die periode kocht ze mijn werk, dus waarschijnlijk heeft ze ergens een gevoel van herkenning ervaren. Ik ben erg blij dat ik weet dat deze tekening bij haar hangt. Als ik trouwens nu naar de serie van die expositie kijk, zie ik dat er veel is veranderd in mijn tekenstijl. Het voelt nu meer ontspannen. Ik gebruik wel elementen uit die tijd, maar het ligt er minder dik bovenop.”
In je meer recente werk, zoals ‘Two Bodies Spiraling Backwards’, komt het lichaam nog wel voor, maar in veel abstractere vorm.
“Ja, het is steeds meer de vraag hoeveel ik wil uitleggen en hoeveel ik openlaat. Ik merk dat mensen die het verloop van mijn werk niet hebben meegemaakt, verbaasd zijn als ze mijn recente werk zien: ‘Maak je dit nou ineens?’ Sommigen willen dolgraag dat ik weer zoals tien jaar geleden ga werken, maar ik maak datgene waar ik me thuis bij voel. Een paar jaar geleden heb ik een serie grote tekeningen gemaakt op bruin papier, waarin alle elementen van mijn ontwikkeling heel mooi samenkomen. Je ziet een aantal figuratieve delen van het lichaam, zoals gezichtjes of een mond, maar het is tegelijkertijd abstract. Deze serie heet niet voor niets ‘Universal Language’. Ik had hiermee mijn nieuwe beeldtaal gevonden, waarbij het figuratieve samenkomt met het abstracte. De serie bestaat uit tekeningen en enkele ruimtelijk werken, waarin ik gaas als materiaal gebruik. Soms voelt ik me net als de aliens in de film ‘Arrival’ (2016); ze komen onze aarde bezoeken om een nieuwe taal aan de mensheid over te dragen. Dit probeer ik ook op een subtiele manier te doen.”
Gesproken over subtiliteit: ik ben benieuwd naar jouw ervaring in Japan. Dit land heeft een grote rol gespeeld in je werk.
“Ik vond daar enorm veel herkenning. In New York kwam ik veel in contact met de Japanse gemeenschap, en de kunstuitingen uit dit land zijn natuurlijk geweldig, dus ik wilde er graag naartoe! De Japanse beeldtaal komt heel ingetogen over, bijna simpel, maar ik weet uit eigen ervaring dat het zo moeilijk is om dat minimalisme te bereiken. Een enkele pennenstreek vereist zoveel beheersing. Om ervoor te zorgen dat je handen op de juiste manier bewegen, vraagt ontzettend veel oefening.”
“Je hebt zowel in Japan als New York op gerenommeerde plekken geëxposeerd. Hoe kwam je daar terecht?”
“Ik ben brutaal en stap op mensen af. Een belangrijke directeur van een instituut of galerie is uiteindelijk ook maar een mens, dus ik bel of mail zo iemand terwijl ik me inbeeld dat het een vriend of vriendin is. Daardoor ervaar ik geen spanning, en vanuit die energie ga ik het contact aan. Negen van de tien keer krijg je natuurlijk ‘nee’, maar de tiende keer is het raak. Ik ga gewoon door. Die ‘self-made’ mentaliteit heb ik in New York opgepikt. Je moet het daar op eigen kracht doen. We zijn hier in Nederland gewend om steun te ontvangen, maar als die support ontbreekt, leer je creatief te denken. Hier vinden mensen het al snel onbeleefd als je herhaaldelijk op de deur blijft kloppen als iemand ‘nee’ zegt. Ik trek me daar niets van aan. Je wijst me af terwijl je me niet eens kent, dus ik wil laten zien wie ik ben! Mailen, bellen, langsgaan. Met of zonder portfolio, want ik ben zelf ook mijn eigen visitekaartje. Ik was vroeger verlegen, maar een kunstenaar is ook een ondernemer, dus het is belangrijk om te weten hoe je aan je klanten komt. Niemand gaat je daarbij helpen. Ik merk dat de nieuwe generaties steeds ondernemender worden; dat vind ik tof om te zien.”
Als je in je atelier bezig bent, is er dan een bepaald gevoel dat overheerst of verschilt dat per werk?
"Ik probeer mezelf als het ware te foppen. Wanneer ik aan een tekening begin, probeer ik zo neutraal mogelijk te werken, alsof ik helemaal leeg ben. Natuurlijk voel en denk ik van alles, maar ik wil niet dat mijn dagelijkse gemoedstoestand mijn werk beïnvloedt. Als ik bijvoorbeeld boos ben, is die emotie niet leidend voor mijn tekening. Ik geloof namelijk dat er ergens in mijn systeem interessantere dingen liggen opgeslagen, die ik niet in woorden kan vatten. Misschien is dat het mystieke? Door op deze manier te werken, ontstaan er verrassende tekeningen, waarvan ik vaak geen idee heb welk verhaal erachter zit. Misschien ben ik daarom ook nooit goed geweest in het praten over mijn werk, terwijl dat natuurlijk helpt om je kunst te verkopen. Mensen willen graag een toelichting, maar ik ben van mening dat het werk voor zichzelf moet spreken."
De staat van zijn die je beschrijft wanneer je tekent, is al een verhaal op zich. Hoe is die manier van werken ontstaan?
"Ik heb het eigenlijk spontaan ontdekt. Tijdens de academie besloot ik op een gegeven moment te gaan werken in een anti-kraak atelier in Schiedam, omdat ik thuis geen rustige werkplek had. In dat atelier was het zo stil dat ik echt naar binnen kon keren. Ik heb mezelf daar een tijdje opgesloten en ben een soort gevecht met mezelf en het papier aangegaan. Zonder externe prikkels was ik gedwongen om naar mezelf te kijken. Na verloop van tijd kwam ik bij die diepere laag, en is mijn manier van werken ontstaan. Het was trouwens niet alleen een mentaal gevecht, maar ook fysiek. Om grote tekeningen te maken, moet je fit zijn. Vaak merkte ik pas achteraf hoeveel spierpijn ik had, en soms had de houtskool zelfs mijn nagels weggevijld."
Sommige kunstenaars gebruiken hun persoonlijke emoties juist als bron voor artistieke expressie. Hoe is dit voor jou?
"Ja, bij mij komt er niets goeds uit als ik vanuit mijn emotie teken. Ik zie heel duidelijk het verschil wanneer ik vanuit een diepere kracht werk. Als ik te veel in mijn gedachten zit, zie je dat direct terug op het papier. Het komt dan gedwongen over. Zodra ik de eerste lijn zet, weet ik het al. Die herkenning is met de tijd gekomen, naarmate ik het vaker deed. Na al die jaren tekenen voel ik meteen of er twijfel is bij die eerste aanzet. Als ik twijfelachtig begin, komt het negen van de tien keer niet meer goed, omdat ik normaal gesproken op een intuïtieve manier werk."
Werkt het medium waarmee je werkt als een spiegel voor jouw staat van zijn?
"Zeker, en dat is soms ook lastig. Alles moet in het moment samenkomen, dus ik moet echt met volle intentie werken. Ik teken niet alleen met mijn handen, maar met mijn hele lichaam. Zodra ik die flow te pakken heb, moet ik gewoon doorgaan. Als ik weerstand voel dan neem ik soms even afstand, of ga ik er juist doorheen. Als er geen twijfel is, gebeuren er juist onverwachte dingen in de tekening die ik nooit van tevoren had kunnen bedenken. In die zin is mijn werk is zeker vormend, maar het leven en wat er op je pad komt, is dat natuurlijk ook. De afgelopen drie jaar waren voor mij heel pittig, omdat mijn zusje onverwachts is overleden. Ze was 32 jaar en liet twee kinderen achter. Dit heeft zo'n enorme impact op mij gehad dat het alles beïnvloedt. Ik zoek naar een nieuwe manier van tekenen want er zijn nu zoveel emoties dat het een uitdaging is om aan de slag te gaan. Het werd me door deze gebeurtenis des te duidelijker dat mijn werk uit een andere laag komt dan het emotionele."
Lukt het je af en toe nog om bij die diepere laag te komen die je eerder beschreef, of zijn de emoties te overweldigend om daar te geraken?
"Het is momenteel heel lastig om daar te komen. Ik teken erg weinig omdat ik niet weet welke gevoelens het zal oproepen en of ik daar mee om kan gaan. De gebeurtenis heeft ook een impact op mijn lichaam gehad, dus ik ben voorzichtiger geworden. Terwijl het juist nu interessant kan zijn om te proberen weer in die diepere laag te geraken, omdat daar altijd de sleutel ligt naar iets nieuws. Voor nu ligt het nog stil. Ik doe momenteel dingen waarvan ik zeker weet dat ze me energie geven. Wat wel bijzonder is, is dat mijn zesjarige dochter dol is op tekenen, en juist het samen tekenen vindt ze het leukst. Dankzij haar word ik verrassend genoeg gestimuleerd om toch af en toe iets te proberen. Verder nam ik onlangs deel aan een groepsexpositie van de Rotterdamse Kunstambassade in De Doelen."
Je bent voorzichtiger geworden met prikkels van buitenaf?
"Ja, voorheen was ik daar helemaal niet mee bezig, maar mijn leven is door deze gebeurtenis echt overhoop gegooid. Ik realiseer me nu dat je zo weg kan zijn. Dat besef is ongemakkelijk, maar het heeft ook zijn schoonheid. Het biedt voldoende inspiratie om nieuw werk te maken als de tijd rijp is. Gelukkig beschik ik momenteel nog over een grote voorraad bestaande werken waardoor ik de komende tijd kan besteden aan het vinden van een nieuwe weg. Het is bizar dat ik jaren heb gewerkt om te komen waar ik nu sta met mijn kunst, en net toen ik dacht dat ik het allemaal onder controle had... Ik heb eerder dierbaren verloren, maar er zijn verschillende manieren om iemand te verliezen. Deze specifieke ervaring en alles wat het met zich meebracht, daar was ik niet op voorbereid."
Heb je weleens de radicale gedachte om te stoppen met tekenen of opnieuw over te stappen naar een nieuw medium?
"Ik denk zeker wel eens dat ik er klaar mee ben. Vrienden die me goed kennen, moeten dan lachen: 'Daar gaat ze weer, ze is er weer klaar mee.' Ze weten dat ik uiteindelijk toch wel door ga. Het kunstenaarschap is natuurlijk ook oneindig. Ik heb het idee losgelaten dat er een specifieke leeftijd is waarop je bepaalde doelen moet hebben bereikt. In het begin was ik daar wel mee bezig, omdat bepaalde subsidies en prijzen leeftijdsgebonden zijn.
Wat heeft je geholpen om daar anders naar te kijken?
"Door ervaringen op te doen in de kunstwereld ben ik steeds beter gaan aanvoelen wat wel en niet bij me past. Ik ontdek steeds sneller of een bepaalde scene of plek aansluit bij wie ik ben. Het is zo belangrijk om dicht bij jezelf te blijven.