Designplatform Rotterdam
  Eerder in de spotlight

Zoek in ons archief op

naam, trefwoord of datum:

       
   Eerder in de spotlight

Florian Braakman: “Het raakt me als migratie negatief in het nieuws komt, terwijl dergelijke beweging altijd heeft bestaan, door de eeuwen heen.”

Ontmoet Florian Braakman, fotograaf, kunstenaar die al zijn projecten vanuit het Rotterdamse Delfshaven realiseert. Samen met buurtbewoners met een migratieachtergrond legt hij met zijn camera verbanden tussen de wijk waar zij wonen en hun land van herkomst. Onlangs werd één van zijn projecten over broederschap geselecteerd door Fotomuseum Amsterdam tijdens de FOAM Talent Call. In dit interview vertelt Florian wat hem drijft.
Door Anna Swagerman

Via FOAM Talent leerde ik jouw werk kennen. Wil je iets vertellen over jouw achtergrond?

Aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) Den Haag studeerde ik fotografie. Nadat ik in 2013 afstudeerde, ben ik direct naar Rotterdam verhuisd omdat ik deze stad nog niet kende. Ik kan me nog levendig herinneren dat ik voor het eerst in Rotterdam-West de metro uitstapte. Het was een warme voorjaarsavond met laagstaande zon en ineens stond ik midden in een wereld waar verschillende talen door elkaar werden gesproken. Daar werd ik nieuwsgierig van. Hoe zit deze plek in elkaar en hoe weet ik me ertoe te verhouden? Dat heeft me doen besluiten om naar West te verhuizen. Ook kon je in Rotterdam toen relatief goedkoop wonen. Fotografie was vanaf het begin af aan mijn medium om dit nieuwe thuis te onderzoeken; een manier om sociale bruggen te bouwen. En dat is nog steeds zo. Inmiddels zijn we bijna elf jaar verder en zijn er allerlei projecten vanuit West ontstaan die zich hebben uitgebreid naar andere plekken in de wereld. Die uitbreiding begon met het idee om mijn buurman te volgen naar zijn land van herkomst.”  


“Het is een heel intiem proces om samen met iemand zo’n reis te ondernemen; je wordt deel van elkaars leven.”

Is dat je project “In Between Homes” geworden?

“Inderdaad. Voor dit project ben ik mensen uit mijn buurt gaan volgen naar hun land van herkomst en heb deze reizen in beeld en geluid vastgelegd. Het is een heel intiem proces om samen met iemand zo’n reis te ondernemen; je wordt deel van elkaars leven. Ik kan me nog goed herinneren hoe het idee voor dit project ontstond. Ik liep op een dag door West en realiseerde me dat er een grote hoeveelheid lijntjes vanuit deze wijk naar andere plekken op de aarde lopen, allerlei verborgen werelden voor mij. Met mensen meereizen naar hun land van herkomst, geeft de mogelijkheid een persoonlijk gezicht te geven aan een abstract thema zoals migratie.”

Welke motieven voor migratie trof je aan?

“De eerste persoon met wie ik meegereisd ben was mijn buurman die in Curaçao is opgegroeid. Zijn beweegredenen waren deels economisch, maar ook omdat hij op zoek was naar een nieuwe plek om zijn leven op de rit te krijgen. De tweede persoon met wie ik meereisde, migreerde nadat hij verliefd werd op een Nederlandse vrouw. Een ander is tijdens de hippietijd door Europa gelift en raakte spontaan in Nederland verzeild. Verder heb ik ook mensen ontmoet die oorlogssituaties ontvluchtten.”

Wat geeft zo’n gezamenlijke reis betekenis? 

“Ik denk dat het project alleen geslaagd is als er een gedeelde interesse is in elkaar. Ik vind de stappen die deze mensen in hun leven hebben genomen bijzonder en zij vinden het interessant om via mij de wereld van kunst en cultuur te leren kennen. De ontmoeting opent deuren voor beiden. Mijn buurman uit Sri Lanka werd door de film die ik over hem maakte geïnterviewd voor een tv-programma en een talkshow. Er was interesse voor zijn verhaal en hij kreeg ook nog eens bekijks in de wijk. Hij was natuurlijk hartstikke trots! Ikzelf voel ook respect en bewondering voor hem en de andere mensen die ik voor dit project heb gevolgd. In veel gevallen vertrekken ze vanuit lastige situaties maar ze laten tegelijkertijd ook prachtige landschappen en dierbare vrienden en familie achter.”

Weet je al wat je volgende bestemming is?

“Ik ben nu een reis naar Suriname aan het voorbereiden met een buurman van 78 jaar die ik via mijn Sri Lankaanse buurman heb leren kennen. Mensen die eerder onderwerp van mijn projecten zijn geweest, zorgen vaak voor nieuwe relaties. Beide mannen komen vaak in een plantenkas in Spangen waar ik regelmatig rondhang. Dit is een plek waar mannen op leeftijd samenkomen om samen te tuinieren. Voor hen is dit een interessante vorm van samen goed ouder worden; zorgen voor de planten en natuurlijk zorgen voor elkaar.”

“Ik leerde dat je thuis voelen op twee verschillende plekken 
ingewikkeld kan zijn, maar ook heel mooi.”

Welke inzichten kreeg je mee uit het project “In Between Homes”?

“Ik leerde dat je thuis voelen op twee verschillende plekken ingewikkeld kan zijn, maar ook heel mooi. Migratie laat zich niet eenduidig definiëren; het bestaat uit menselijke verhalen met verschillende kanten. In mijn foto’s en films laat ik de pijnpunten en de mooie aspecten ervan zien. Verder leerde ik hoe belangrijk het is om contact te maken met mensen die dit daadwerkelijk hebben meegemaakt. Van jongs af aan las ik al over migratiestromen, maar door persoonlijk contact aan te gaan, heeft mijn kennis zich verdiept.”

Waar komt je interesse voor migratie en thuisgevoel vandaan denk je?

“Dat is moeilijk te zeggen. Komt dit misschien doordat ik zelf totaal geen migratieachtergrond heb? Ik ben opgegroeid in Velp, een dorp in de buurt van Arnhem, in een vrij homogene gemeenschap. Daar voelde ik behoefte om in contact te komen met mensen met verschillende achtergronden en verhalen. Op de academie in Den Haag opende mijn wereld zich verder, maar in Rotterdam-West ervoer ik pas echte superdiversiteit. Met mijn camera heb ik een instrument in handen om waardevolle ontmoetingen mogelijk te maken en kan ik bijdragen aan gevoelens van solidariteit. Het raakt me als migratie negatief in het nieuws komt, terwijl dergelijke beweging altijd heeft bestaan, door de eeuwen heen. Is het misschien zo, dat hoe radicaler Nederland antwoordt op migratie, hoe relevanter mijn werk wordt?”

FOAM heeft jouw project “Broer” in 2024 uitgekozen tijdens hun Talent Call. Kun je wat meer vertellen over dit project?

“’Broer’ is ook ontstaan vanuit Rotterdam-West. Ik hoorde het woord “broer” vaak op straat en vond dat fascinerend. Toen ik zelf een keer “broer” werd genoemd bij de kapper, vroeg ik aan degene die me zo aansprak of ik een portretfoto van hem mocht maken en dat is inmiddels zeven jaar geleden. Toen ik er eenmaal op ging letten gebeurde het best vaak dat ik als “broer” aangesproken werd en elke keer maakte ik een portret. De serie is dus door de jaren heen ontstaan. Ik heb het werk eerst in Stedelijk Museum Schiedam gepresenteerd in verschillende formaten, maar met de tijd heb ik de presentatievorm aangepast. Ik realiseerde me namelijk dat de serie gaat over gelijkwaardigheid, en dat de foto’s daarom beter tot hun recht komen in hetzelfde formaat. Ook hangen de beelden in een onderbroken grid om de continuïteit van de serie te benadrukken.”

Wat zijn de reacties vanuit de gemeenschap die je het meest zijn bijgebleven op dit project?

“Toen mijn project “Broer” in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam werd getoond kreeg ik een mail van een mevrouw die erdoor was geraakt. Ze vertelde dat ze zichzelf had afgeleerd om mannen aan te kijken als ze op straat liep, door een nare ervaring die ze had meegemaakt. Toen ze in het museum ineens oog in oog stond met een muur vol portretten van toen 41 mannen, raakte haar dat in positieve zin omdat er een gevoel van broederschap uit sprak. Ik vond dat heel bijzonder om te horen. Zelf had ik niet eerder vanuit dit perspectief naar mijn project gekeken.”

“De wereld op straat en de kunstwereld 
zijn best wel gescheiden.”

Je presenteert je werk op uiteenlopende plekken. Wat drijft jou daartoe?

“De wereld op straat en de kunstwereld zijn best wel gescheiden. Voor veel mensen met wie ik werk is de drempel te hoog om een tentoonstellingsruimte te bezoeken en ik kan me dat goed voorstellen. Het begint vaak al met de toegangsprijs maar ook door de sociale codes die ergens bewust of onbewust heersen. Ik laat m’n werk daarom bijvoorbeeld ook in een buurthuis zien hier in West en tijdens Go-West; een kunstroute door Rotterdam-West. Ik zie het als een belangrijk onderdeel van mijn praktijk om bewust na te denken over welke mensen toegang hebben tot mijn werk. Ik beweeg me graag zo breed mogelijk. Elk podium heeft zijn kwaliteiten en ondanks dat niet iedereen zomaar een museum binnenstapt, vind ik het wel belangrijk om bijvoorbeeld aan een Open Call van FOAM mee te doen. Het heeft veel zichtbaarheid en aandacht opgeleverd voor mijn werk.”

Welke methodes gebruik je nog meer om je werk te verspreiden?

“Een tijd geleden heb ik één van mijn projecten in een kunstbijlage samen met de lokale krant, de Havenloods, laten verspreiden. Ik vond het interessant om op de bestaande infrastructuur aan te sluiten. Daardoor lag mijn werk ineens bij 25.000 mensen in de brievenbus. Bij sommigen zal het in de kattenbak zijn beland maar over het algemeen kwamen er veel positieve reacties.”

Zie je de waardering voor kunst groeien in Delfshaven?

“Ja er gebeuren hier steeds meer prachtige dingen. Brutus is een toffe plek in de buurt, opgezet door kunstenaar Joep van Lieshout. Hij biedt kunstenaars de ruimte en vrijheid om te experimenteren en exposeren. Over het algemeen vind ik Delfshaven een heerlijke wijk om inspiratie op te doen; ik kan hier urenlang met mijn camera rondstruinen. Maar ik trek ook graag de rest van de stad in want ik vind het belangrijk om ook andere vormen van kunst te zien.”

Hoe vind je dat de stad Rotterdam eraan toe is, wat betreft de kunsten?

“Ik vind het een groot gemis dat het belangrijkste museum van de stad al vijf jaar dicht is. Verder zijn de huizenprijzen natuurlijk enorm gestegen dus dat maakt de stad minder aantrekkelijk voor kunstenaars en dat vind ik echt zorgwekkend. Er staan honderden mensen op de wachtlijst bij Stichting Kunst Accommodatie Rotterdam (SKAR) voor een atelierplek. Ik heb me gelukkig in de luwte kunnen ontwikkelen zonder torenhoge lasten en heb uiteindelijk mijn draai gevonden maar dat geldt niet voor iedereen.”

Als je terugkijkt naar het werk wat je een aantal jaar geleden maakte, op welke manier is je blik veranderd?

“Mijn houding is opener geworden. Ik was in het begin afstandelijk en meer aan het aftasten. Nu sta ik veel dichter bij mensen. Mijn eerste foto’s maakte ik nogal voyeuristisch vanuit mijn huis terwijl ik eigenlijk een heel sociaal persoon ben. Ik denk dat ik langzamerhand minder geconditioneerd ben geraakt als het gaat om de vooroordelen over Rotterdam-West. Toen ik hier net besloot te gaan wonen hadden veel mensen daar een sterke mening over. Ze hadden het idee dat het hier vies en gevaarlijk is dus daar werd ik onbewust door beïnvloedt. Ik heb geprobeerd om verder te kijken dan die stigma’s.”

Met aandacht betrokken zijn bij je omgeving lijkt een terugkerende waarde in jouw praktijk, klopt dat? 

“Ja, met aandacht naar je omgeving kijken en daar écht de tijd voor nemen. Oprecht geïnteresseerd zijn klinkt voor sommigen misschien als een cliché maar daar komt het wel op neer. Die interesse komt vanzelf als je aandacht aan iets of iemand besteedt. Verder heb ik gemerkt dat vertrouwen op mijn intuïtie en niet te veel met mijn hoofd beredeneren het beste uitpakt. Als je te snel wilt begrijpen wat je aan het doen bent dan werkt dat averechts. Pas achteraf, als ik testjes aan het maken ben, valt alles op z’n plek. Door in de studio met mijn werk te leven ga ik me er langzamerhand toe verhouden. Fotografie heeft voor mij altijd de onuitgesproken belofte gehad dat het me iets leert over de verhouding tussen mezelf en de wereld. Ik zie mijn projecten als uitingen daarvan, van dat leerproces.”


14 september - 2 november 2024
Opening zaterdag 14 september 15.00-18.00 uur

Josephstraat 166-168
3014 TX  Rotterdam