Designplatform Rotterdam
  Nu in de spotlight

Zoek in ons archief op

naam, trefwoord of datum:

       
   Eerder in de spotlight


Bart Hess: “Het gevoel van materiaal op mijn huid vind ik geweldig”

Ontmoet Bart Hess (1984), een veelzijdig ontwerper gevestigd in Eindhoven. Het vertrekpunt van Hess’ creaties is het menselijk lichaam en het blootstellen ervan aan verschillende materialen. Zo drapeerde hij bijvoorbeeld een ‘slijmjurk’ van geboortevlies om het lichaam van Lady Gaga, voor haar muziekvideo ‘Born This Way’. Wanneer je kijkt naar Hess’ sculpturale installaties, live-performances en filmbeelden, is het alsof je het materiaal op je eigen huid ervaart. Dit kan een gevoel van fascinatie en tegelijkertijd afkeer oproepen. In dit gesprek ontdekken we meer over Hess’ artistieke en persoonlijke drijfveren.
Door Anna Swagerman

Als je terugkijkt naar het begin van jouw creatieve pad, wat denk je dat doorslaggevend is geweest voor waar je nu staat? 

“Tijdens mijn studie aan de Design Academy Eindhoven heb ik ervoor gezorgd dat ik één vaardigheid écht goed beheerste. Dat was voor mij destijds het maken van grafische animaties in Flash. Ik kende dat computerprogramma door en door, waardoor ik tijdens mijn studie al opdrachten kreeg van ontwerpers. Zij gaven me professionele feedback, en geleidelijk aan heb ik mijn kennis uitgebreid naar andere programma’s. De inkomsten boden me de vrijheid om ook mijn eigen projecten te doen. Verder denk ik dat het heeft geholpen dat ik altijd een herkenbaar handschrift heb gehad. Of ik nu met textiel, fotografie of film werk, mensen herkennen mijn stijl.”

Hoe denk je dat die eenheid in stijl is ontstaan?

“Dat handschrift lijkt letterlijk in mijn handen te zitten – het komt er heel natuurlijk uit. Het is moeilijk te omschrijven waar het precies uit bestaat, maar het heeft iets nonchalants. Ik forceer het materiaal niet. Ik blijf er niet eindeloos aan schaven – het moet plezierig aanvoelen.”

Houd je dat gevoel van plezier altijd vast, of is het je ook weleens ontglipt?  

“Ik ben door heel wat fases gegaan, en af en toe raakte ik mijn plezier kwijt. Er werd me soms verteld dat varen op gevoel en intuïtie niet genoeg is; dat het ook doordacht moet zijn. Ik werd daar een beetje onzeker van, vooral als ik anderen zag die eerst een uitgebreid essay schreven voordat ze ergens aan begonnen. Daar sta ik van nature ver vandaan. Inmiddels weet ik dat elke manier van werken oké is, zolang je maar dicht bij jezelf blijft.”

“Als ik merk dat het een rommel is en de tijd vliegt, 
dan weet ik dat er iets goeds uit m’n handen gaat komen.”

Wat helpt jou om dichtbij jezelf te blijven? 

“Het is vaak een gevoel wat ik opnieuw moet opzoeken. Dat gaat meestal gepaard met het ontstaan van een prettige chaos om me heen. Als ik merk dat het een rommel is en de tijd vliegt, dan weet ik dat er iets goeds uit m’n handen gaat komen. Om in die sfeer te komen, werk ik graag op momenten waarop niemand iets van me verwacht - zoals in het weekend of ‘s avonds. Dan ben ik alleen, en dat voelt als bonustijd. Alles wat ik dan doe is relaxed, en meestal komen daar de beste dingen uit.”

Voor jouw werk Digital Artifact dompel je een menselijk lichaam onder in kaarsvet. Is dat werk ook ontstaan tijdens een vrij moment waarin je gewoon wat aan het uitproberen was?

“Ja, bij mij staan opdrachten en materiaalonderzoek vaak los van elkaar, en juist dat helpt me plezier in het werk te houden. Ik ga regelmatig zonder aanleiding een dag experimenteren met materiaal. Zo heb ik uit pure nieuwsgierigheid enkele weken onderzocht wat je allemaal met kaarsvet op het lichaam kunt doen. Ik gebruik het kaarsvet als een soort filmlaag op water, waardoor het in contact met de huid koeler wordt. Dat experiment belandde vervolgens ruim een jaar in de kast, totdat een curator van de biënnale in Lissabon mij benaderde met een opdracht rond het thema ‘de toekomst van aankleden’. Als ik zo’n commissie ontvang, bekijk ik eerst wat er nog op de plank ligt. Op zo’n moment vallen alle puzzelstukjes vaak op hun plek. Het experiment met kaarsvet ben ik toen verder gaan uitwerken tot een sculptuur, een film en een performance.” 

Wat drijft jouw nieuwsgierigheid bij het experimenteren met materialen?

“Als ontwerper ben ik niet getraind om mijn persoonlijke motivaties als drijfveren te verwoorden, zoals kunstenaars dat vaak doen. Maar ik geniet van de technische uitdagingen – het moment waarop je merkt dat een materiaal zijn limiet heeft, en dat je dan toch probeert een stap verder te komen. Ik ben ook vaak het eerste proefkonijn, het eerste lichaam dat het materiaal ervaart. Het gevoel van het materiaal op mijn huid vind ik geweldig. Hoe zwaar of hoe heet het ook wordt, ik voel me altijd empowered als ik mijn eigen creaties draag.”

“Het was zo heftig dat ik besloot het zelf te doen - 
ik wilde dat niemand anders aandoen.”

Het gevoel dat je beschrijft doet me denken aan een citaat bij een van jouw werken: ‘Those who pass the threshold of the cave, embark in search of the unknown.’ Kun je een voorbeeld noemen waarin je heel ver bent gegaan in jouw verkenning van het onbekende?   

“Dan moet ik denken aan mijn project Caged, een installatie die bestond uit een kostuum gemaakt van naalden. Ik ademde door een rietje om lucht te krijgen, terwijl ik tegelijkertijd heel wild en vrij moest bewegen. Het was zo heftig dat ik besloot het zelf te doen - ik wilde dat niemand anders aandoen. Ondanks dat ik volledig onherkenbaar was, kwam er achteraf een kunstenaar naar me toe die zei: ‘Dat moet jij geweest zijn, niemand anders zou er zó intens voor gaan.’”

In je werk zoek je regelmatig de extremen op, hoe ziet een gewone dag in jouw leven eruit? 

“Sinds tweeënhalf jaar heb ik een zoontje, dus een deel van de week neem ik de zorg voor hem op me. Vroeger had ik zeeën van tijd, maar nu moet ik de vrijheid bewust opzoeken. Voorheen vond ik de vrije momenten vaak in de avonden, maar inmiddels ben ik een vroege vogel. Meestal sta ik rond half zeven op en loop ik met een kop koffie een rondje door de tuin. Daarna begin ik met de leuke dingen – een bewuste keuze om mezelf eerst te belonen. Zo herinner ik mezelf eraan waar ik het allemaal voor doe. Vervolgens besteed ik tijd aan de verplichte zaken, zoals e-mails en andere administratieve taken. En als er dan nog tijd over is, ga ik weer vrij creëren. Ik vind het prettig om af te wisselen tussen vrije momenten en de concentratie die nodig is voor bijvoorbeeld een belangrijke kostuumopdracht.”

Over grote opdrachten gesproken, verandert er daarbij iets in het proces voor jou als maker?

“Naarmate de projecten groter worden, wordt het steeds belangrijker om relaxed te blijven, en het overzicht niet te verliezen. Dat is echt een kunst op zich. Uiteindelijk zijn we nog steeds aan het creëren – het proces blijft hetzelfde, alleen de schaal en de bedragen worden groter. Die ontspannen houding gaat me gelukkig redelijk makkelijk af. Alhoewel ik van binnen soms echt wel spanning voel, krijg ik vaak te horen dat ik ontspannen oog. Het helpt ook dat ik in Eindhoven zit met m’n studio. Ik heb een tijd geprobeerd vanuit Londen te werken, maar ik merkte dat mijn collega’s daar een minder ontspannen levensstijl leiden dan de mensen hier in Eindhoven. Dat beïnvloedt toch de gehele sfeer in de studio.” 

Je werkt ook samen met stagiaires. Wat is een van de belangrijkste dingen die je van jonge mensen leert?

“Jonge mensen hebben een grote drang om te experimenteren. Ze gooien bijvoorbeeld materialen bij elkaar die ik zelf waarschijnlijk geen kans meer had gegeven, en dat houdt me scherp. Ik zit inmiddels al meer dan twintig jaar in het vak en heb in die tijd met ontzettend veel materialen gewerkt. Daardoor meen ik vrij snel te zien of een bepaalde combinatie de moeite waard is om uit te proberen. Siliconenrubber mengen met water heeft bijvoorbeeld meestal geen zin. Maar ik merk dat de vastberadenheid van jonge mensen er soms voor zorgt dat er iets gebeurt dat ik zelf niet voor mogelijk had gehouden.”

Overweeg je op dit moment projecten die buiten je comfortzone liggen?

“Ik zou graag weer meer terug willen naar het vrije museumwerk. De afgelopen jaren heb ik bewust gekozen om ook commercieel te werken. Dat gaf me de mogelijkheid om een huis te kopen en een stabiele basis op te bouwen. Ik ben trots op die opdrachten, maar soms ben je er zomaar een half jaar mee bezig, wat je hoofd toch minder vrij maakt. Verder zou ik graag een korte film maken. De video’s die ik nu maak zijn korte trailers en die proeven naar meer. Maar een langere film met een echte verhaallijn heb ik nog nooit gemaakt, dat proces lijkt me best intimiderend. Het is iets waarvan ik denk: misschien over tien jaar.”

“Ik vraag me af of we in de toekomst nog wel 
subtiele gevoelens kunnen waarnemen.”

Stel je voor dat we tien jaar verder zijn en je werkt nog steeds met het lichaam. Denk je dat ons intensieve schermgebruik invloed heeft op hoe we de wereld fysiek beleven?

“Ja, ik ben zeker met die gedachte bezig, ook vanwege mijn eigen zoon. Misschien gaat onze fijne motoriek achteruit omdat je minder met je handen bezig bent. Het scherm voelt fysiek altijd hetzelfde aan, terwijl de beelden voortdurend veranderen. Ook vraag ik me af of we in de toekomst nog wel subtiele gevoelens kunnen waarnemen. Is het nog mogelijk om te genieten van een boswandeling? Vroeger zochten we actief nieuwe omgevingen op — we klommen in bomen of kropen ergens onder — maar nu krijg je veel van die ervaringen via een scherm. Maar ik denk dat het wel degelijk mogelijk is om dit te doorbreken, door andere vormen van samenzijn en gemeenschap te beoefenen.”

Hoe zou je zo’n samenleving omschrijven als jij deze mag vormgeven? Alles is mogelijk!

“Als echt alles mogelijk is, zie ik een soort evolutie van absurditeit voor me, waarin we op een andere manier met onze fysieke en mentale kracht omgaan. Het gaat niet om superkrachten op de ‘Superman’-manier, maar om een samenleving waarin iedereen zijn eigen gave vindt. Mensen kunnen er nog steeds alledaags uitzien, maar we gaan speelser met onszelf en de wereld om. Sommige mensen kunnen bijvoorbeeld vliegen; anderen beschikken over een totaal andere gave. We proberen zo goed en zo kwaad als het gaat met onze ‘superkrachten’ om te gaan, bepaalde krachten zijn misschien niet direct praktisch, maar elke gave biedt iets unieks om mee te experimenteren. Dat lijkt me prachtig.” 

Tot slot nog even naar iets recents, wat heb je dit voorjaar meegemaakt waar je ons over kunt vertellen? 
 
“Van 21 tot en met 27 mei speelde de opera Café de Verlossing in Schiedam. Ik heb daarvoor de kostuums mogen maken, en dat op een volledig klimaatneutrale manier. Alles wat je zag, is gemaakt van afval of restmateriaal dat ik bij bevriende ontwerpers uit hun studio’s heb verzameld. Het was de eerste keer dat ik zo werkte, en ik wil hier zeker mee verder gaan. Ik realiseer me nu ook hoe bijzonder het is om deel uit te maken van een gemeenschap in Eindhoven, waar we alsvanzelfsprekend materialen met elkaar uitwisselen.” 

Bart Hess, Hart to Mouth

Bart Hess and POSTmatter , Digital Artefacts

Bart Hess, Mutants

Bart Hess, Caged